woensdag 18 maart 2009

17 maart 2009 Common ground
Om nu eindelijk eens concreet te worden werd door de diverse deelnemers aan de projectgroep vandaag een korte presentatie gegeven van een mogelijk scenario.
Daarbij hanteerde iedereen een ander, van te voren opgegeven, perspectief. De bedoeling is om vanuit aparte gezichtspunten elementen van gemeenschappelijkheid boven tafel te krijgen.


Zo was er het perspectief van Enci: een redelijk uitgewerkt plan voor de groeve, inhoudelijk in grote lijnen gebaseerd op wat je de grootste gemene deler van de eerdere input door alle betrokkenen zou kunnen noemen. Geen spannende elementen, maar wel een beeld dat veel mensen aanspreekt. Voor Enci is leidend dat zo'n plan ertoe leidt dat flink afgraven tot eind 2019 door mag gaan, want dat is tenslotte haar doelstelling. Enci geeft bovendien aan dat zij het gevoel heeft voortdurend te moeten toegeven aan wensen van anderen en daar weinig voor terug krijgt. In mijn ogen het gemopper van een marktkoopman die na een mooie dag met veel omzet geen zin heeft het plein schoon achter te laten.


Ikzelf had de twijfelachtige eer een (godzijdank) fictief kompromis "doorgaan tot 2019" in de rails te zetten. Dat dwong me ertoe na te denken over de essentiële elementen: een einde aan de uitstoot door de vuilverbranding, niet verder graven op plekken waar dat niet meer verantwoord is, een optimale natuurontwikkeling en het creëren van nieuwe werkgelegenheid, zowel in en rond de groeve als op het her te ontwikkelen industrieterrein.

Vervolgens werd vanuit de juridische hoek de "nul-optie" geschetst: wat gebeurt er als er geen plan komt en Enci in 2015 moet stoppen met graven. Een rechttoe rechtaan afwerking volgens verborgen valleien zou dan uiterlijk in 2017 klaar moet zijn. Over het industrieterrein en de grotere omgeving wordt dan niet meer gesproken.

Vanuit de gemeente werd beschreven dat een plan van transformatie veel raakvlakken heeft met ontwikkelingen elders in de stad op het gebied van natuur, rekreatie, industrie(terreinen), etc. Kortom, de gemeente wil vooral nog veel nadenken en heeft nog weinig konkreet beeld voor ogen.

Dan het economisch perspektief. Een verdere invulling van de bedrijvigheid vooral in relatie tot de maalderij waarmee Enci op die plek wil doorgaan. Bedrijvigheid rond bouwmaterialen dus, waarbij in een zonering van het terrein een geleidelijke overgang naar andere aktiviteiten mogelijk is. Eindigend in de overgangsstrook naar de groeve, waar rekreatie en kultuur gerelateerde zaken mogelijk zijn. Belangrijke randvoorwaarde is, wat Enci betreft, dat nieuwe aktiviteiten het funktioneren van Enci niet mogen belemmeren. Daarnaast benadrukte dit verhaal de mogelijkheid om in het grotere gebied aanwezige potenties (fort, chalet, groeve, observant, hoeve, etc.) in samenhang te ontwikkelen.

Tot slot kreeg met een wat wijdsere blik toch ook de verbeelding weer wat ruimte: Laten we toch vooral de voordelen zien van alle kansen die nu geboden worden en de mogelijkheden benutten om voor de stad aantrekkelijke funkties te realiseren.

Voor mij liggen een paar konklusies voor de hand:
De twee uitersten zijn duidelijk: wij vinden dat er zo snel mogelijk na 2015 gestopt moet worden en Enci wil gewoon doorgaan tot 2020 en een plan vaststellen dat daarbij past.
Ook duidelijk is dat nog volstrekt ONduidelijk is hoeveel tijd het kost om welk plan danook uit te voeren.
Gelukkig is er ook "common ground" in beeld: een toekomstige inrichting van het industrieterrein en veel elementen van wat er met de groeve zou kunnen gebeuren zijn in de diverse visies niet zó verschillend, dat dat daar niet een gemeenschappelijk plan uit zou kunnen rollen dat ook nog recht doet aan veel van de input door mensen uit de omgeving.

In mijn ogen is stoppen in 2015 voor de groeve geen belachelijke optie: een "eenvoudige" afwerking conform verborgen valleien wordt door veel mensen akseptabel gevonden en is in 2017 klaar. M.a.w: hoe maken we duidelijk hoeveel extra "tijd" staat tegenover hoeveel extra "plan"? En is die extra tijd wel nodig om zo'n plan uit te voeren of is het "voor wat hoort wat"? Een planperiode tot 2019 (10 jaar) vind ik ook gevaarlijk omdat de dynamiek van het proces dan verloren dreigt te gaan.
Voor mij staat vast dat extra uitstoot in niemands belang is en dat langer graven ten pricipale betekent dat er hoe dan ook steeds minder materiaal in de groeve overblijft. Wat kost het om die uitstoot tijdens extra jaren te beperken? Hoe kun je bijna 5 jaar extra een flink volume aan mergel wegscheppen en toch een groeve met terassen achterlaten?

Er zal uiteindelijk toch een deal gemaakt moeten worden die rechtdoet aan het door de politiek gestelde kader: stoppen tussen 2015 en 2020 waarbij de realisatie van extra kwaliteiten in de afwerking van de groeve een eindpunt ergens na 2015 moeten motiveren. Dat riekt naar een politieke datum: juni 2017. Overigens vind ik dat de ontwikkeling van b.v. het industrieterrein (en dus van de meeste werkgelegenheid) niet persé aan die van de groeve moet worden gekoppeld. De dynamiek is daar van andere zaken afhankelijk. Zoals welke bedrijven wanneer bereid gevonden worden zich er te vestigen. Een eerste fase kan op korte termijn worden ingezet, er ligt tenslotte al terrein braak. Voor Enci nu dood geld dat tot leven gewekt dient te worden.
Bij dat alles is de inpassing in de omgeving wat buiten beeld geraakt. Eén van de deelnemers stelde terecht dat b.v. juist het pontje naar Kobbes moet weer gaan varen.

Kortom, koorddansen gaat stapje voor stapje, maar wèl steeds door.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten