maandag 9 maart 2009

9 maart 2009 Speelruimte

Over speelruimte gesproken - we zullen nu boven tafel moeten krijgen wat wèl en wat niét bespreekbaar is.

Victor Coenen (de projectleider) stelt daarom voor om een uiterste scenario (stoppen kort voor 2020) als referentie te bediskussiëren.
Voor het andere uiterste, stoppen in 2015, verwijst Coenen naar de MER en dat vind ik niet acceptabel omdat die door Enci zelf is opgesteld. De MER gaat eigenlijk alleen serieus in op langer doorgraven, 2015 als einddatum wordt daar niet echt in detail beschreven. Bovendien staat in de MER dat juist de meest milieu vriendelijke variant die tot 2018 of zo is en dat vindt ik een gotspe (=aantoonbare onzin).

Dus: uitersten verkennen - mij best, maar dan allebei. Òf direct op zoek gaan naar een compromis....

Wat de externe "toetsings"-deskundigen betreft: men wil een klein panel met diverse kwaliteiten plus de voorwaarde dat elke partijen zich minstens in één deskundige kan herkennen.
Als u denkt iemand kunnen/moeten noemen (met zijn/haar expertise gebied): GRAAG.

1 opmerking:

  1. Dag Coen,
    Goed dat je een weblog hebt en dat we zo op de hoogte blijven van het reilen en zeilen in de projectgroep. Ik ben het helemaal met je eens dat allebei de varianten goed bekeken moeten worden en dat voor 2015 de MER niet voldoet. Zeker gezien de belangrijke waarde die aan de randgoot wordt toegekend in deze MER, terwijl deze niets eens goed is beschreven c.q. onderzocht. En als je het dan hebt over een referentie, dan zou ik zeggen dat stoppen in 2015 de referentie is!

    BeantwoordenVerwijderen